donderdag 9 april 2015

Stage eerste kleuter thema: wie niet weg is, is gezien.

Hallo,


Van 9 tot en met 13 maart 2015 liep ik stage in de eerste kleuterklas. Het thema was: ‘Wie niet weg is, is gezien’. Het was een uitdagend thema om voor de kleuters uit te werken. Enkele activiteiten die aan bod kwamen, zijn: het maken van een verdwijnpop, tekenen met wasco en verf, verhaaltjes voorlezen en een themalied aanleren. Daarnaast speelden we verstoppertje buiten en zochten de kleuters voorwerpen die ik had verstopt. Ze vonden dit heel leuk. Vervolgens mochten ze zich meerdere malen binnen verstoppen in dozen, onder een tafel, ... 



Hieronder kan je enkele foto's zien van de activiteiten.


De kleuters versieren het kleed van de verdwijnpop met stift of stempels.


 De kinderen tekenen in zand en in rijst in een glasplaat. Onder het glas was er een lamp aanwezig. Als het donker was in de klas, kwam de tekening tevoorschijn. Dit was heel mooi om te zien!

 Alle kleuters waren apetrots op hun verdwijnpop. Ze keken er de hele week naar uit om met hun verdwijnpop te spelen.

Als afsluiter van de week gaf ik samen met mijn medestudent, juf Bieke, Tik Tak. De kinderen waren geboeid en vonden het mooi.

Onderzoek enquête taalattitude

Hallo,

Ik heb het onderzoek uitgevoerd. Hieronder staan de reacties van de kinderen op de cd.

Een jongen uit de derde kleuterklas

De opdracht was wat moeilijk en de jongen begreep die niet helemaal. Hij hoorde wel het verschil tussen Standaardnederlands en dialect. Hij zei dat hij dialect leuk vindt. De jongen heeft zomaar iets aangeduid.

Bij de eerste vraag (‘Wie van de drie is een meester?) antwoordde hij Standaardnederlands, omdat de juf altijd heel mooi praat.
Bij de tweede vraag (‘Wie van de drie woont in een groot huis?’) antwoordde hij Standaardnederlands.
Bij de derde vraag (‘Wie van de drie heeft zwarte schoenen aan?’) antwoordde hij tussentaal.


Een meisje uit het derde leerjaar

Het antwoorden verliep vlotter dan bij de jongen van de derde kleuterklas. Ik legde de opdracht uit, maar ze begreep die niet. Na het herhalen van de opdracht, begreep ze wel wat van haar verwacht werd.

Het meisje vond Standaardnederlands heel mooi uitgesproken. Ze zei: ‘De andere twee vind ik niet zo mooi.’

Bij de eerste vraag antwoordde ze Standaardnederlands.
Bij de tweede vraag antwoordde ze tussentaal.
Bij de derde vraag antwoordde ze Standaardnederlands.
Bij de vierde vraag antwoordde ze Standaardnederlands.
Bij de vijfde vraag antwoordde ze dialect.


Een jongen uit het zesde leerjaar

De jongen begreep de opdracht snel en vond het beantwoorden van de vragen tof. Hij vond het dialect leuk. Zelf praat hij altijd Standaardnederlands. Hij zei: ‘Dialect is voor als je ouder bent.’

Bij de eerste vraag antwoordde hij Standaardnederlands.
Bij de tweede vraag antwoordde hij tussentaal.
Bij de derde vraag antwoordde hij Standaardnederlands. Hij zei: ‘Dat zijn toch mensen die een hoge job doen, hé.’
Bij de vierde vraag antwoordde hij Standaardnederlands.
Bij de vijfde vraag antwoordde hij dialect.

Het meisje uit het derde leerjaar en de jongen uit het zesde leerjaar antwoordden helemaal hetzelfde. Ik denk dat deze twee kinderen dezelfde kijk hebben op taal.


Ik vond het afnemen van de enquête interessant. Door dit onderzoek kwam ik te weten hoe kinderen taal interpreteren en ermee omgaan.

Uitleg onderzoek taalattitude


Hallo, 

Voor het vak taalvaardigheden kregen we de opdracht om een onderzoek te doen naar de taalattitude bij kinderen. Het was de bedoeling om drie kinderen te interviewen: een kind uit de tweede of derde kleuterklas, een kind uit het derde leerjaar en een kind uit het zesde leerjaar.


Ik kreeg een foto en een cd mee. Op de cd stonden drie fragmenten die de kinderen mochten beluisteren. Tijdens het beluisteren konden ze ook kijken naar de foto die op de tafel lag. Het eerste fragment was Standaardnederlands, het tweede fragment was tussentaal en het derde fragment was dialect.
 


Na het beluisteren stelde ik volgende vragen:


    1. Wie van de drie is een meester?
    2. Wie van de drie woont in een groot huis?
    3. Wie van de drie heeft zwarte schoenen aan?
    4. Wie van de drie helpt graag andere mensen?
    5. Wie van de drie heeft veel vriendinnen?






Er waren geen goede of slechte antwoorden. De kinderen mochten antwoorden wat zij dachten dat correct was. Met deze enquête wilde men nagaan of de manier van praten een zekere invloed heeft op de manier waarop kinderen een fragment interpreteren.

Ik stel me even voor

Hallo iedereen,

Ik ben An-Sofie Demeyere. Ik zit in mijn tweede jaar kleuteronderwijs in VIVES in Kortrijk. Elke dinsdag en donderdag ben ik te vinden in de Posthoorn te Wevelgem.

Via deze weg wil ik jullie mee laten genieten van alle de momenten die ik beleef op de werkplek. Jullie zullen foto's te zien krijgen van leuke activiteiten.
Hopelijk hebben jullie veel plezier bij het kijken naar mijn blog.

Groetjes Juf An-Sofie